Wettelijke en sectorale sociale premies 2020
Onderstaand een overzicht van relevante wettelijke en sectorale premies 2020.
- Algemene Ouderdomswet (AOW), Algemene Nabestaandenwet (ANW) en Wet Langdurige Zorg (WLZ)
Werknemers betalen via hun loonstrook mee aan de bekostiging van de AOW, ANW en WLZ. De premies voor AOW, ANW en WLZ zijn enkel werknemerspremies en gelijk aan 2019.
- Algemeen Arbeidsongeschiktheidsfonds (WAO-Aof)
Het Aof financiert uitkeringen voor onder andere de WIA en WAO. In 2020 stijgt de Aof-basispremie naar 6,77%.
- Werkhervattingskas (Whk)
Uit de WHK/WGA totaal worden de lasten van de WGA voor arbeidsongeschikte werknemers gefinancierd voor die werkgevers die geen eigenrisicodrager zijn. Uit de WHK/ZW-flex worden de lasten van de Ziektewet voor arbeidsongeschikte werknemers met een tijdelijk arbeidscontract gefinancierd voor die werkgevers die geen eigenrisicodrager zijn. Om vast te stellen welk percentage van toepassing is, is de sectorindeling bij de belastingdienst belangrijk. SITO-bedrijven zijn bij de belastingdienst in verschillende sectoren ingedeeld. De belangrijkste zijn:
- Algemeen Werkloosheidsfonds (Awf)
Het Awf financiert o.a. de WW-uitkeringen en kent een zogeheten lage en hoge premie. De hoofdregel is dat de werkgever de lage WW-premie betaalt voor werknemers die werkzaam zijn op basis van een vast contract, dat wil zeggen een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Er is sprake van een oproepovereenkomst:
- wanneer de omvang van de arbeid niet is vastgelegd in een aantal uren per tijdseenheid van maximaal een maand;
- wanneer de omvang van de arbeid niet is vastgelegd in een aantal uren per tijdseenheid van maximaal een jaar waarbij het loon gelijkmatig over het jaar is gespreid; of
- wanneer de werknemer op grond van artikel 7:628 lid 5 of artikel 7:691 lid 7 BW (uitsluiting van de loondoorbetalingsplicht) geen recht heeft op het naar tijdruimte vastgestelde loon, indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht.
Het percentage van de lage premie is 2,94%.
Het percentage van de hoge premie is 7,94%.
- Wachtgeldpremie/sectorfonds (Sfn)
Het Sfn financierde tot en met 2019 het eerste half jaar werkloosheid. Het sectorfonds bestaat niet meer per 2020 en is opgegaan in het Algemeen Werkloosheidsfonds.
- Uniforme opslag Kinderopvang
Deze blijft onveranderd op 0,50% in 2020. Deze heffing komt in de vorm een opslag op de Aof-premie.
- Zorgverzekeringswet (ZVW)
Vanuit de Zorgverzekeringswet worden mede de kosten van de zorg betaald. De premie daalt in 2020 naar 6,70% (was in 2019 6,95%).
- Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Orsima (O&O-fonds Orsima voorheen Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen FBA Orsima) en Fonds Bevordering Sociale Verhoudingen (FBS Orsima).
Werkgevers en werknemers vallende onder de CAO Orsima betalen premies voor het O&O Fonds Orsima (voorheen Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen FBA Orsima). Ook betalen werkgevers en werknemers die lid zijn van SITO premies voor het Fonds Bevordering Sociale verhoudingen (FBS Orsima). De premie van FBA bedraagt in 2020 1,29% van de loonsom. De premie wordt opgebracht door werkgevers (0,83%) en door werknemers (0,46%).
De premie voor het Fonds Bevordering Sociale Verhoudingen Orsima (FBS Orsima) is in 2020 0,10% van de loonsom. De premie wordt opgebracht door werkgevers.
- Stichting PAWW (Private Aanvulling WW en WGA)
In het Sociaal Akkoord 2013 hebben werknemers- en werkgeversorganisaties afgesproken op cao-niveau een private aanvulling van maximaal 14 maanden WW te introduceren. Met deze aanvulling is het WW recht voor werknemers weer hersteld tot het niveau van 31 december 2015. Werknemers vallende onder de CAO Orsima betalen hiervoor premies die worden geïnd door de Stichting PAWW. De PAWW-bijdrage wordt betaald door de werknemers en bedraagt in 2020 0,40%.
- Minimumloon
Met ingang van 1 januari gelden de volgende bedragen op grond van de Wet minimumloon
Samengevat leidt dit tot het volgende overzicht voor 2020 (zo mogelijk in vergelijking tot 2019).